Diagnose van ILD

Diagnose van ILD

ILD herkennen kan een behoorlijke uitdaging zijn. Er vallen namelijk veel verschillende aandoeningen binnen deze brede ziektegroep. Daarnaast zijn er veel andere ziekten waarvan de symptomen en klachten erg lijken op die van ILD. Andere aandoeningen moeten daarom eerst uitgesloten worden, voordat er een uiteindelijke diagnose gesteld kan worden.

Hoe verloopt de diagnose van ILD over het algemeen?

Anamnese

Een anamnese is een uitgebreid vraaggesprek. Tijdens dit gesprek wordt gekeken naar mogelijke oorzaken van ILD. Ook kunnen andere aandoeningen worden uitgesloten. Vervolgens wordt gekeken welke onderzoeken er nodig zijn om een diagnose te kunnen stellen.

Lichamelijk onderzoek

Na de anamnese doet de arts en/of de verpleegkundige een lichamelijk onderzoek. Dit is nodig om een algemene indruk van uw gezondheid te krijgen en eventuele afwijkingen op te sporen. Het lichamelijk onderzoek bestaat uit onder andere kijken, beluisteren en bekloppen.

Bloedonderzoek

Bloedonderzoek kan aanwijzingen geven voor de onderliggende oorzaak van ILD. Daarom wordt bijvoorbeeld gekeken naar de lever- en nierfunctie en het calciumgehalte in het bloed. Ook kan een bloedonderzoek zogenaamde biomarkers opsporen; dit zijn meetbare stofjes die aanwijzingen geven over wat er in het lichaam gaande is. Deze biomarkers kunnen bijvoorbeeld vertellen of een ziekte nog actief is, en of ILD mogelijk veroorzaakt wordt door een onderliggende auto-immuunziekte.

Röntgenfoto

Een röntgenfoto van de longen moet laten zien bij welke ILD de afwijkingen zouden kunnen passen. Er kan zowel een gewone röntgenfoto worden gemaakt, als een CT-scan van de longen.

 

CT scan

Als aanvulling op de gewone röntgenfoto kan er een CT scan van de longen worden gemaakt. Met een High Resolution Computed Tomography (HRCT)-scan worden de longen plakje voor plakje bekeken. Zo kunnen de artsen een beeld krijgen van het soort afwijkingen in de longen en hoe uitgebreid deze zijn.

Longfunctietest

Met een longfunctietest worden de inhoud (longvolume) en de functie (onder andere de zuurstofopname) van de longen gemeten. Dit geeft een beeld van het functioneren van de longen.

Bronchoscopie

Bij een bronchoscopie (kijkonderzoek van de longen) en broncho-alveolaire lavage (longspoeling) worden de luchtwegen van binnen bekeken en gespoeld voor onderzoek. Het type cellen en andere stoffen die in het spoelvocht worden gevonden kunnen een aanwijzing geven voor de onderliggende oorzaak van ILD.

Longbiopsie

Soms is er een longbiopsie nodig om een diagnose te kunnen stellen. In de meeste gevallen verwijdert de chirurg één of meerdere stukjes longweefsel door middel van een kijkoperatie. Dit longweefsel wordt vervolgens in het laboratorium onder de microscoop onderzocht. Een nieuwe manier om stukjes weefsel uit de long te halen, is door middel van een cryo biopt. Hierbij wordt via een bronchoscopie een stukje long bevroren, waarna het veilig via de luchtpijp verwijderd kan worden. Ook bij een bronchoscopie kunnen soms biopten van het slijmvlies van de luchtwegen worden genomen voor nader onderzoek.

PET-scan

Een PET-scan (positron emissie tomografie) is een vorm van nucleair beeldvormend onderzoek. Via een bloedvat in de arm wordt een radioactieve stof toegediend. Door middel van een gamma camera wordt de straling van de radioactieve stof opgevangen en omgezet in beeld. Ziek weefsel zal aangekleurd op het scherm verschijnen, omdat dit meer radioactieve stof opneemt dan gezond weefsel. Op deze manier kunnen eventuele afwijkingen in het longweefsel opgespoord worden. Radio-nucleair onderzoek is niet schadelijk voor volwassenen, omdat er maar heel weinig straling vrijkomt.

Inspanningstest

Een inspanningstest (ook wel ‘fietstest’ genoemd) wordt gedaan om te kijken hoe het lichaam reageert op inspanning. Sommige afwijkingen zijn in rust namelijk niet altijd te zien. Tijdens de inspanningstest wordt het lichamelijk inspanningsvermogen bepaald terwijl de patiënt op een hometrainer fietst. Tijdens de test worden allerlei metingen gedaan om te beoordelen waar de beperking in het inspanningsvermogen vandaan komt.